“Erik is even graag op Sint Oda als thuis”
Els heeft het prille begin van Sint Oda meegemaakt. 9 juni 1970 is een datum die ze nooit zal vergeten. Haar zoon Erik werd toen op vierjarige leeftijd op Sint Oda opgenomen. Hij was de zesde bewoner. Sint Oda richtte zich toen nog uitsluitend op peuters.
Els herinnert zich deze dag alsof het gisteren was. Het was een mooie zonnige zomerdag, maar voor Els eerder een sombere dag. Het gevoel om de zorg van Erik uit handen te geven deed haar op dat moment veel pijn. Els kan het gevoel nog perfect beschrijven. ‘‘Het liefst van al wou ik graag even alleen zijn nadat de opname van Erik achter de rug was.’’
Als ze hieraan terugdenkt, vindt ze vier jaar jong. Destijds was er geen mogelijkheid voor dagopvang of dagopvang in combinatie met logeren. De keuze voor Sint Oda maakte dat Erik er onmiddellijk zou verblijven. Maar de keuze voor Sint Oda was natuurlijk ook met een reden: thuis was het moeilijk houdbaar. Erik had een ernstige vorm van automutileren, hoofdkrabben, bonken met zijn hoofdje tegen de spijlen van zijn bedje en hij huilde continu. Els geeft aan dat het gehuil van Erik kort na zijn opname nog door haar hoofd spookte. Ondertussen is Erik bijna 53 jaar en verblijft hij 49 jaar op Sint Oda.
‘‘Het was één en al liefde’’, antwoordt Els als ik vraag wat haar eerste indruk was van Sint Oda destijds. Els spreekt vol lof over zuster Marie-Paule, de toenmalige verantwoordelijke van de leefgroep van Erik. Desondanks dat Els veel moeite had met de opname van Erik, heeft de goede en open ontvangst van zuster Marie-Paule haar gerustgesteld.
‘‘De eerste maand mochten we Erik niet naar huis halen. Maar er werd ons de boodschap gegeven dat we altijd mochten bellen of op bezoek mochten komen. Bij de eerste bezoeken gingen we in het bos van Sint Oda picknicken. Dit vond Erik geweldig.Daarna kwam hij ieder weekend naar huis. Ik kreeg ook de kans om mee te draaien tijdens de nachtdiensten wanneer Marie-Paule werkte. Voor de verwerking was dit positief aangezien ik van dichtbij betrokken was bij de opvang van Erik.”
“Ook de oudergroep, van de eerste leefgroep van Erik, is uitgegroeid tot een hechte vriendengroep. Een aantal van deze bewoners zijn verhuisd naar andere voorzieningen of overleden, maar dit heeft de band niet verbroken. Er zijn ouders die ondertussen in een woonzorgcentrum verblijven. Jaarlijks ga ik hen er bezoeken. De papa van Erik, Herman, is spijtig genoeg in april 2017 overleden…’’
Hoe zijn jullie dan eigenlijk bij Sint Oda terecht gekomen?
‘‘Vanaf de geboorte had ik al het gevoel dat er iets was met Erik. Zo liet hij bijvoorbeeld zijn armpjes hangen. Maar de eerste dokter had hier geen gehoor naar. Nadat het uiteindelijk door een andere arts werd bevestigd, werden we doorverwezen naar een voorziening in Ottersum te Nederland. Hier werd Erik volledig onderzocht. Eén arts was afkomstig van Limburg en was bekend met de familie Seresia. Zo zijn we bij Sint Oda terecht gekomen.’’
Wat zijn de troeven van Sint Oda?
‘’Het feit dat Erik zich hier goed voelt en gelukkig is, maakt dat ik mij ook goed voel bij Sint Oda. Erik heeft onlangs aangegeven dat hij in Lommel woont en in Pelt. Hij is even graag op Sint Oda als thuis. Erik zal nooit emotioneel worden om terug naar Sint Oda te gaan. Ondanks het feit dat hij zich toch regelmatig moet aanpassen aan nieuwe bewoners en personeel. Ik kan en mag altijd telefoneren of op bezoek komen. Sint Oda is voor mij ook bijna een tweede thuis.”
“Ik ben betrokken als mama, maar deze betrokkenheid wordt ook gestimuleerd door Sint Oda. Zo ga ik bijvoorbeeld naar de misvieringen van Sint Oda, waar Erik misdienaar is, en naar zijn muziekoptredens. Erik is drummer van de Rocky Band. Dit wekt mijn vertrouwen omdat ik met eigen ogen kan zien dat Erik plezier heeft en het naar zijn zin heeft.’’
Hoe verlopen de weekends?
‘‘De weekends verlopen de laatste tijd goed. Thuis is het rustig. Vrijdag vertelt Erik uitvoerig over het verloop van zijn week in Sint Oda. Erik heeft kippen thuis en het is geweldig om te zien hoe hij met kippen bezig is. Het eerste wat Erik vraagt als hij mij ziet is: ‘‘Hoe gaat het met mijn kippen?’. Ik vind het fijn dat hij zijn ding kan doen. Zo zet ik zijn laarzen klaar, Erik is zot op zijn laarzen. In de tuin lijkt hij een echte boer. Ook de kippen op De Vloeter zullen niks te kort komen dankzij hem. Met humor kan je ook veel bereiken met Erik. Daarnaast probeer ik het thema ‘Wat als ik er niet meer ben?’ bespreekbaar te maken tijdens de weekends. Erik zegt dan: ‘‘Ja, maar je bent toch niet oud, hè mama?’’. Ik merk wel dat ik voorzichtig moet zijn met wat ik zeg en op welke manier ik het moet aanbrengen. Maar ik wil hem hier toch graag op voorbereiden…’’
Wat doet hij het liefst?
“Eigenlijk kan je beter vragen: wat doet Erik niet graag? Erik is makkelijk te entertainen. Met hart en ziel houdt hij zich bezig met zijn kippen, hij kookt graag, doet crea, speelt muziek, is misdienaar, fietst, doet aan paardrijden, en zoveel meer…”
Hoeveel keer is Erik moeten verhuizen op Sint Oda?
‘‘Erik heeft vijf verhuizen meegemaakt, waarvan vier ook met een andere groepssamenstelling.’’
En hoe hebben Erik en jullie deze verhuizen verteerd?
‘‘De verhuizen waren toch altijd een hele aanpassing voor Erik en ons, maar ook voor het personeel.
Voor mij hebben deze verhuizen niet een al te grote impact. Ik probeer contact te houden met de ouders, van zijn eerste leefgroep, waarmee ik een goede band heb. Uiteindelijk draait de verhuis rond Erik. Meestal gebeurt dit wel met een reden en komt dit Erik ten goede. Zo is destijds de beslissing gemaakt om Erik naar De Vloeter te verhuizen. Omdat Erik meer nood had aan rust. De Vloeter kan hem een rustige structuur bieden. Erik is graag op zichzelf.’’
Welke evolutie heeft Erik meegemaakt sinds zijn verblijf op Sint Oda?
‘‘Erik krijgt veel kansen, zoals paardrijden, spelen in de Rocky Band, misdienaar zijn, enzoverder. Hij is erg actief binnen Sint Oda. Deze dingen heeft hij leren kennen dankzij Sint Oda, zo gaat hij bijvoorbeeld graag mee naar de mis. Erik zou de Erik niet zijn die hij nu is als hij niet op Sint Oda zou verblijven.’’
Wil jij je ervaringsverhaal ook graag delen? Neem contact met ons op.
Bel +32 (0)11 64 28 60 of vul onderstaand contactformulier in.